Het gaat zo hard. Het gaat super met de pups. De kleinste drinkt goed en komt lekker aan. Ze is een pittig ding. Wanneer ze twaalf dagen oud is, is zij de eerste die haar rechteroog opent. Het ziet er nog niet heel charmant uit. De grote broers en zussen scharrelen dan nog als blinde molletjes rond. Maar niet lang meer. Op de dag dat zij twee weken oud zijn, zie ik bij alle pups dat in de ooghoeken kiertjes ontstaan. De volgende dag heeft iedereen de oogjes geopend. De oortjes zijn inmiddels niet meer van die rechtopzijstekende rare flapjes, maar hangen al wanneer de pups hun koppie rechtop houden. Slapend hebben zij nog steeds plat tegen het hoofd geplakte oortjes. De tijd tussen de voedingen wordt steeds groter. De pups slapen steeds langer. Het lijkt alsof het mandje waarin zij worden gewogen, krimpt. Niet zo verwonderlijk. Deze week hebben alle pups hun geboortegewicht verdrievoudigd. 'Juffrouw Tuigje' spant de kroon. Wanneer zij 2,5 week oud is, weegt zij 1005 gram. Een kilo pup schoon aan de haak! De geluidjes die de pups maken, veranderen. Hoorde je eerst alleen zielig piepen omdat ze honger hadden, verdwaald waren, niet wisten waar mama was. het warm hadden of juist koud, nu hoor je bijna volwassen geluiden. Een grommetje, een geluid dat lijkt op het begin van een blafje of een harde schreeuw.

De dag nadat ze twee weken zijn, zie ik een reutje een beetje kwispelen omdat hij blij is dat hij mama ruikt. Een ander krabt zich eens achter het oor. 'Hee, ik heb een poot en het ding doet het.' Het door de werpkist tijgeren, door zich met voor- en achterpootjes aan het vetbed af te zetten, wijzigt. Een enkeling probeert te gaan staan, kiepert naar voren door de zwaartekracht of valt om. Het gaat allemaal nog niet zo soepel. Moeten ze even in een mandje omdat de werpkist moet worden gereinigd, dan is er altijd wel een die al probeert over de rand te klimmen.

Regelmatig zitten wij 's avonds met een pupje tegen de borst, lekker socialiseren. Het is goed dat de pups, met inachtneming van de broodnodige rust, vroeg aan mensengeuren worden gewend. Het resultaat is merkbaar. Zodra je jouw hand op het vetbed legt, of een pupje aait, is de reactie direct enthousiast. Zo klein als ze nog zijn, komen ze naar de hand toe, lijken het heerlijk te vinden gestreeld te worden.

De werpkist gaat naar beneden, van de werkkamer naar de huiskamer. De eerste bezoekers komen om kennis te maken met hun mogelijke nieuwe huisgenoot.

 

Dan dag 18: het lijkt alsof er 's nachts iets magisch is gebeurd. Ineens lopen ze, de oogjes stralend open, op elkaar af. Ze hebben elkaar ontdekt. Het is het begin van spelen. Kluiven een beetje op elkaars pootjes en oortjes en waggelen naar Bijou toe die verrast kwispelend in de werpkist om zich heen kijkt. Wat is er met die pups? Wat zijn ze beweeglijk! Maar wat zijn ze leuk! De fanatiekste pups willen zelfs proberen staand te drinken, maar dat is - letterlijk - nog net een klein beetje te hoog gegrepen. Van cavia's zijn ze miniatuurhondjes geworden, met een pientere blik in hun oogjes. Het duurt maar kort. Dan liggen ze weer uitgeteld, energie op te doen voor de volgende periode van wakker zijn.

 

De nageltjes moeten worden geknipt, de pups moeten worden ontwormd. Dat laatste verloopt gelukkig zonder al te veel merkbare gevolgen.Ineens lijkt het helemaal niet meer raar dat over een halve week de puppyren zal worden neergezet. 

 

De weegbeurt. Nog even en ze moeten op de grote weegschaal.

 

Hoe groot zijn ze nu?

 

Pup voor pup

Geflankeerd door oma Yoline en mama Bijou lekker slapen op Beer

Moet ik nou alweer op de foto?

 

Een moment voor jezelf: Het is zo lekker om even te chillen, in je eentje of op een warme, zachte ondergrond.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De werpkist staat in de huiskamer. Bezoekers zijn welkom.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Snuffelen aan het eerste kraamcadeau. Daar zullen ze vast nog veel plezier aan beleven.